Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek blijft studenten trekken

Volgend jaar zal de academie rond de 1.500 studenten herbergen, waaronder ook studenten die voor Chemie en de Master Molecular Life Sciences kiezen. Beroepen als laborant én specialist in de eerste fase van medicijnontwikkeling zijn razend populair. Dat merken ze op de Nijmeegse campus.

Alles wordt eraan gedaan om de groeiende groep studenten een inspirerende werkomgeving te kunnen bieden. Een nieuwe etage, die binnen het bestaande gebouw is opgericht, biedt ruimte aan een van de vele laboratoriumomgevingen waar de 1.400 studenten werken aan biomedisch- en chemisch labonderzoek en bio-informatica.  

Voor de College van Bestuur Tour doen bestuursleden Rob Verhofstad, Yvonne de Haan en Bridget Kievits een ochtend de academie aan. Gehuld in smetteloze witte jassen laten ze zich in de diverse laboratoria door docenten en studenten bijpraten over actueel onderzoek en inspireren. De dynamiek is opvallend. Overal lopen studenten af en aan, zijn in overleg met elkaar en met TOA's (technisch onderwijsassistenten) en docenten. 

• Wat is het effect van veranderingen in de productie van polymeren voor verpakkingen?
• Hoe isoleer ik carbon uit een pepermuntplant?
• Hoe haal ik bruikbare grondstoffen als olie uit reststromen?
• Hoe ontwikkelen we op een verantwoorde manier fermentatietechnologie
• Welke alternatieve testmogelijkheden zijn er, waarmee we impopulaire dierproeven kunnen vervangen?

Met name het mkb is direct geholpen met het praktijkgerichte onderzoek dat er plaatsvindt. 

Studenten uit het 1e, 2e en 4e-jaar schuiven aan en delen hun motivatie: "Ik wil in een ziekenhuis gaan werken. Tijdens een Open Dag op de HAN werd ik geraakt door wat ik hoorde over DNA-onderzoek. Daarom koos ik voor Bio-informatica."

Een ander kan niet wachten om in de beroepspraktijk aan de slag te gaan, liefst in combinatie met een masteropleiding na verloop van tijd. Een goed netwerk vergemakkelijkt het solliciteren. "Hulp van school zou daarbij wel handig zijn."

Wat hebben ze de fysieke lessen gemist! De onderlinge contacten, ook met de docenten, en de broodnodige scholing en coaching. "Studenten lopen echt achter met lessen, denken: Ik kijk die les wel terug. Maar niet elke docent neemt zijn lessen op. Je mist het vertrouwde ritme van naar school gaan en dat zie je bij sommige studenten terug in slechtere cijfers", zegt een 2e-jaars.

Even later maken de studenten plaats voor docenten. Velen van hen hebben al een loopbaan in het bedrijfsleven achter zich en zijn gedreven om die kennis in het onderwijs over te dragen. Eensgezind geven ze aan dat studenten in deze coronatijd inspiratie en aandacht tekortkwamen.

"Online lesgeven is in hoge mate efficiënt, maar je mist de dynamiek van het gewone lesgeven. Je kunt de gesprekjes die je voor en na een les met studenten en collega's lummeltijd noemen, maar daarmee doe je ze tekort. Juist die gesprekken zorgen ook voor verdere verbetering van het onderwijs."

Academiedirecteur Harmen Neidig vat nog eens samen wat hij beoogt: onderwijs en onderzoek verder integreren, zodat studenten meer gebruik gaan maken van het Biocentre en de labs. Ook wil hij de organisatiestructuur herzien, wellicht inrichten op basis van bepaalde onderzoeksthema's of uitstroomprofielen van afgestudeerden.

"De Nederlandse populatie is aan het krimpen, maar ons praktisch onderwijs is wel van een hoog niveau en goed ontsloten. Universiteiten en hogescholen in het buitenland zijn jaloers op het feit dat wij stages zo snel ontwikkelen. Wat dat betreft zijn we een gidsland voor andere landen."