Non-directieve schrijfcoaching helpt studenten
Dat de taalvaardigheid van studenten met rasse schreden achteruit holt, is overal bekend. Niet alleen in het basisonderwijs is dit een punt van aandacht, ook in het hoger onderwijs speelt dit. Veel studenten worstelen met het schrijven van een opdracht, verslag of scriptie.
Steeds meer instellingen in het hoger onderwijs willen de taalvaardigheid van hun studenten verbeteren. Hoe pak je dat aan? Welke begeleiding zet je op?
Aandacht voor individuele schrijfproces
Bij het HAN Talencentrum is de Taalkamer met schrijfcoaching actief. Dat blijkt van grote waarde voor studenten. Daarbij gaat alle aandacht uit naar het schrijfproces van de individuele student. Hoe ziet dit eruit? Welke stappen neemt de student? We brengen de gesprekvoering hierover op gang, licht schrijfcoach Josine Schuilenburg toe. Dat doen we non-directief en dat is altijd maatwerk. Non-directief coachen betekent dat je de student zelf oplossingen laat aandragen, en hem bewust laat worden van het eigen handelen.
In de 5 jaar dat de Taalkamer nu actief is, vormt schrijfcoaching de hoofdmoot van de activiteiten. Studenten van uiteenlopende opleidingen weten de weg naar de coaches steeds beter te vinden.
Studie naar aanpak en rol
Over de effecten van schrijfcoaching in het hoger onderwijs publiceerde Wout Waanders, een van de schrijfcoaches, recent een artikel in het Tijdschrift voor Taalbeheersing. Deze studie vormt een eerste verkenning van de non-directieve schrijfcoaching zoals die ook op de HAN wordt aangeboden. Van studenten betere schrijvers maken, dat is wat schrijfcoaching beoogt. Maar wat is daarvoor de beste aanpak? Hoe kan een schrijfcentrum binnen een onderwijsinstelling zijn rol vervullen? En wat vraagt dat van vakdocenten en opleidingen? Allemaal vragen waar Wout in zijn artikel op ingaat.